woensdag 17 december 2014

Een vlucht regenwulpen

Sara en ik (Sidney) hebben het boek ‘een vlucht regenwulpen’ gelezen. Wij vonden het boek best moeilijk te lezen. De zinnen waren erg lang en soms was het verhaal niet goed te volgen. Dit is omdat het natuurlijk een literatuur boek is. Wij hadden gehoopt op een iets makkelijker boek maar we hebben hem wel uitgekregen. We kunnen niet van dit boek zeggen dat we het leuk vonden om te lezen, dat is wel jammer. Wij moeten een paar vragen gaan behandelen en dat zijn de volgende paar:
1    1.   Hoe is de relatie tussen de hoofdpersoon Maarten en zijn vader, hoe die tussen Maarten en zijn moeder en hoe is de relatie tussen zijn vader en moeder?
2    2.   Welke rol spelen pleinen in Maartens leven?
3    3.   Op welke manieren uit Maartens bijgelovigheid zich? Wat betekent het bijgeloof voor hem?
1

De relatie tussen Maarten en zijn vader was erg moeizaam, hij haatte zijn vader. Vooral op het laatst van zijn vader zijn leven hebben ze niet veel gepraat omdat zijn vader dat ook niet kon. Maarten werd heel strak gehouden door zijn vader en moest kweker worden. Maarten werd erg jaloers op zijn vader als hij zijn moeder kuste. De relatie tussen zijn moeder en hem was erg intiem. Doordat Maarten vroeger toen hij klein was thuis werd gehouden omdat ze op een boerderij woonden. In de jeugd van Maarten was zijn moeder zijn enige vriend. De relatie tussen zijn vader en moeder was niet erg lieflijk. Ze praten weinig en de moeder gehoorzaamt de vader heel erg. Ze doet haar taken zonder te klagen.

De rol van pleinen spelen een belangrijke rol in Maarten zijn leven. Toen hij jong was en voor het eerst naar de stad ging kwam hij op een groot plein terecht. Hij durfde niet in de schaduw te komen en hierdoor heeft hij een trauma eraan overgehouden. Zijn eerste ontmoeting met een plein was niet fijn want daarna werden zijn amandelen geknipt. Kleine pleinen vindt Maarten nog wel oke, dan zegt hij ‘Dit plein is te klein voor pleinfrees’.

Maarten heeft een zeer sterk bijgeloof/dwanggedachten. Hij is erg bang voor de dood en hij heeft ook een dwanggedachte over zijn geloof. Hij krijgt altijd gedachtes of visioenen als er iets bijzonders gebeurt, dan denkt hij dat hij bijvoorbeeld nu over 2 weken dood gaat omdat dat is gebeurd. Toen hij nog gelovig was (hij werd later steeds minder gelovig) had hij altijd dwanggedachtes over zijn geloof. Hij dacht altijd over dat Judas een zeer goede vent was en dat Christus homoseksueel was.

Dus de relatie tussen hem en zijn ouders verschilde heel erg. Met zijn moeder was het zeer goed en met zijn vader heel slecht. Hij had hele erge pleinvrees behalve bij kleine pleinen. Maarten heeft hele erge dwanggedachtes en zijn leven wordt er eigenlijk een beetje mee verstoord. Sara en ik (Sidney) vonden het erg leuk om deze opdracht te maken.